Bedrijvenwegwijzer
Drukkerijen
Geen bedrijven gevonden
A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z
Gemeente Texel

Inhoud

Texel is het grootste Nederlandse Waddeneiland. Het behoort tot de provincie Noord-Holland. De gemeente Texel beslaat het gehele eiland plus het onbewoonde eilandje Noorderhaaks.

Het eiland heeft een landoppervlak van ongeveer 170 km². De gemiddelde lengte van Texel is 20 km en de gemiddelde breedte 8 km. De oppervlakte van de gemeente is 585,96 km² waarvan het grootste gedeelte (416,14 km²) binnen- en buitenwater.

Texel heeft ongeveer 13.500 inwoners. Van de beroepsbevolking van ruim 3500 mensen werkt ca. 17% in de landbouw.

Tot 1170 was Texel verbonden met het vasteland; door de Allerheiligenvloed van 1170 werd het een eiland. In 1415 verkreeg het stadsrechten, en in de 17e en 19e eeuw werd Eierland verbonden met en onderdeel van Texel.

Het grootste dorp en tevens de hoofdplaats van de gemeente is Den Burg midden op het eiland. In het zuiden van Texel liggen Den Hoorn en 't Horntje, het laatste bevindt zich aan het Marsdiep. Oudeschild, Oosterend en Oost bevinden zich aan de oostkant van het eiland. De Koog is gelegen naast de duinen in het westen, die de plaats scheiden van de Noordzee, en in het noorden van de gemeente ligt De Cocksdorp. Andere dorpen op Texel zijn Zuid-Eierland tussen Den Burg en De Cocksdorp en De Waal net ten oosten van Den Burg.

Geschiedenis

Oudste geschiedenis
De oudste bewoners konden geen dijken aanleggen. Zij vestigden zich op de opgestuwde keileemruggen, de hogere delen van het eiland. Veel later ontstonden op deze hogere delen Den Burg, De Waal, Den Hoorn, Oosterend en De Westen.

De eerste menselijke sporen op Texel dateren uit het Mesolithicum (8000-4500 v. Chr.). Bij opgravingen vond men vuurstenen werktuigen uit ca. 5000 v. Chr. Waarschijnlijk gaat het hier niet om permanente bewoning, maar om jagers die tijdelijk aanwezig waren. Uit het Neolithicum dateren ook enkele vondsten van fragmenten van steenhamers uit ca. 2000 v. Chr.

Tijdens de Bronstijd was er waarschijnlijk wel permanente bewoning. In Den Burg zijn resten gevonden van grafheuvels uit de midden-Bronstijd, ca. 1000 v. Chr. Vondsten uit de IJzertijd zijn gedateerd van ca. 400 v. Chr. tot de 2e eeuw na Chr., met een piek in de 2e eeuw na Chr. Deze vroege bewoning eindigde ca. 250 na Chr., waarschijnlijk door de zogeheten post-Romeinse transgressie, toen de zeespiegel steeg. In de 6e eeuw werd bewoning op de hoger gelegen gedeeltes weer mogelijk. Uit de Mervingisch-Frakkische tijd, ca. 600-650 na Chr., stamt een urnen-grafveld dat gevonden is in de buurt van Den Burg.

Gouw Texla
De naam van het eiland is al terug te vinden in de historische gouw Texla, in de vroege middeleeuwen een gouw in Frisia ten westen van het Vlie. Het wordt al in de achtste eeuw genoemd als pagus Tyesle, Thesla (Zuidland). Waarschijnlijk werd het begrensd door het Vlie in het oosten en het Marsdiep in het zuidwesten. Het Vlie was in die tijd een bevaarbare geul die het Flevomeer met de Noordzee verbond, terwijl het Marsdiepje niet meer dan een beekje was, dat uitmondde in zee via een opening in de duinenrij.

Holland werd vanaf de elfde eeuw ontgonnen door pioniers die dijken opwierpen en sloten groeven, waardoor de wildernis drooggelegd kon worden. Om West-Friesland werd een ringdijk aangelegd, terwijl het noordelijkste gedeelte een waterrijk veengebied was met weides, bossen en natte hooigrond, dat doorliep tot aan het Vlie.

Ontstaan van Texel als eiland
Texel werd een eiland door de Allerheiligenvloed van 1170. Als gevolg van de ontginningen en ontwateringen was het land in de loop der tijd ingeklonken en lager komen te liggen. Een tijdelijke opwarming van het klimaat zorgde voor grotere weersextremen, en maakte het ingeklonken land kwetsbaar. Het Noord-Hollandse landschap werd ingrijpend gewijzigd door de catastrofale Allerheiligenvloed van 1170, waarbij duizenden mensen omkwamen. Tijdens deze vloed ontstonden ook de eilandenWieringen, dat later is ingepolderd, en Vlieland, en werden het huidige Marsdiep als zeestroom, en de huidige Waddenzee en de voormalige Zuiderzee gevormd.

Stadsrechten
West-Friesland, inclusief Texel, werd in de 13e eeuw onderworpen door de Hollandse graaf Floris V. De rechten en vrijheden van Texel werden vastgelegd in een manifest. In 1415 kreeg Texel stadsrechten van graaf Willem VI van Holland, Zeeland en Henegouwen, in het kader van een bestuurlijke hervorming waarbij vrijwel het gehele Westfriese platteland, inclusief Texel en Wieringen, een of andere vorm van stadsrecht kreeg. Dit stadsrecht gaf het eiland een behoorlijk grote zelfstandigheid. Het eiland mocht zijn eigen schout en schepenen benoemen en zelf rechtspreken, en zelf belastingen innen, tol heffen en markten houden.

Texel en Eierland
Het noordelijker gelegen Eierland werd in de loop van een aantal eeuwen onderdeel van Texel. In 1630 werd de Zanddijk voltooid die beide Waddeneilanden met elkaar verbond. In 1835 richtte de uit Antwerpen afkomstige Nicolas Joseph De Cock samen met enkele andere heren een NV op die de kwelder tussen Eierland en Texel zou inpolderen voor agrarisch gebruik. In de nieuw aangelegde polder Eierland werd in 1836 ook een dorp gesticht dat aanvankelijk Nieuwdorp heette, maar dat later naar hem genoemd werd: De Cocksdorp.

Geografie

Landschap
Het landschap op Texel is rijk en divers. Texel heeft behalve polders, brede zandstranden, duinen en graslanden ook heide, bos en kwelders. Rond Den Hoorn in het zuiden bloeien in mei grote bollenvelden. Nationaal Park Duinen van Texel beheert de zuidpunt van Texel, het gebied De Duinen tussen Den Hoorn en De Koog, De Dennen, De Slufter en De Muy.

De harde kern van het eiland wordt gevormd door de Hoge Berg die ligt tussen Oudeschild en Den Burg. Het is een lage stuwwal ontstaan in het Drenthestadium van het Saalien (de op een na laatste ijstijd). Het hoogste punt ligt op 15 meter boven NAP. Ondanks de bescheiden hoogte kan men van hier af het hele eiland overzien. Keileem komt hier dicht aan de oppervlakte. Dit vormt een harde, voor water ondoordringbare laag. Rond de percelen liggen zogenaamde tuunwallen. Dat zijn walletjes die uit plaggen zijn opgebouwd. Deze tuunwallen vormen samen met de glooiingen van het gebied een door velen gewaardeerd landschap. Het gebied is dan ook een landschapsreservaat. Op een helling van de Hoge Berg liggen ook het Doolhof, een bosje uit 1764, en de Zandkuil, Nederlands eerste insectenreservaat.

Een bijzonder fenomeen is De Slufter, een gebied binnen de brede duinketen aan de noordwestkant van het eiland, vol kreken en geulen, dat in open verbinding staat met de Noordzee. Het is ontstaan na de aanleg van de 'Zanddijk' tussen het Oude Texel en Eyerland in 1629 en verschillende mislukte pogingen westelijk hiervan de duinenrij te sluiten. Bij vloed loopt een deel van De Slufter onder water en bij eb loopt het water door de geulen weer terug naar zee. Daardoor is slibvorming en verzilting ontstaan en moest de vegetatie zich aanpassen. Oostelijk van De Slufter ligt de Eijerlandse polder. Ertussen ligt de Zanddijk.

Het buitendijkse natuurgebied de Schorren ligt bij het wantij.

Eijerland was ooit een eilandje ten noorden van Texel. Het werd toen Yerland genoemd. Door menselijk ingrijpen, het plaatsen van zandvasthoudende beplanting (o.a. helmgras) en beschutting werden strand en duinen aan de noordwestkant van Texel verbreed. Men begon daarmee in 1629. Tenslotte kon een zanddijk worden aangelegd, die de twee eilanden met elkaar zou verbinden. In 1846 werd de polder De Eendracht drooggelegd, in 1847-1848 de Prins Hendrikpolder en in 1876 de polder Het Noorden.

Voortdurend moet strijd worden geleverd tegen de kracht van zee en wind. Bij zware storm kunnen tientallen of zelfs honderden meters duin worden weggeslagen. In 1864 was in het noorden bij De Cocksdorp de vuurtoren Eierland geplaatst, op ongeveer 3 km van de zee. Nu staat de zee vlak onder de toren, die door een asfalthelling en verschillende aangelegde zeeweringen wordt beschermd. Het strand is zich nu langzamerhand weer aan het verbreden. Ook in het zuidwesten slibt voortdurend materiaal aan. Aan de oostkant van Texel loopt een dijk die het eiland beschermt tegen de Waddenzee. Hier is het monument De Schicht geplaatst wat herinnert aan de verhoging van de dijken tot deltahoogte.

Het hele duingebied van Texel, van de Hors tot aan de vuurtoren vormt het Nationaal Park Duinen van Texel.

In 2008 besloot de provincie Noord-Holland het duingebied van Texel aan te wijzen als aardkundig monument. De status geldt voor de duinen tussen de vuurtoren bij De Cocksdorp en de zuidpunt van Texel. De 'onthulling' van het monument vond plaats op 8 oktober 2008 op de Bertusnol, één van de hoogste duinpunten van het eiland. Noord-Holland kent 17 Aardkundige Monumenten, gebieden met 'unieke aardkundige waarden' die planologische bescherming genieten.

Flora en fauna
Texel is een geliefd oord voor vogelliefhebbers. Op sommige dagen kan een ervaren vogelaar wel honderd verschillende soorten waarnemen. Er broeden in het voorjaar vooral in de duingebieden ongeveer 80 verschillende vogelsoorten, maar in totaal zijn zo'n 300 soorten op Texel waargenomen. De Muy, een duingebied tussen De Koog en De Slufter is een beschermd gebied; het is de broedplaats van de oudste lepelaarkolonie van Nederland. Andere opvallende vogelsoorten op Texel zijn de dwergstern en de velduil. De zilvermeeuw komt er in grote aantallen voor.

De vegetatie is rijk en gevarieerd. De fauna minder, vanwege de geïsoleerde ligging van het eiland. Toch leven er nog hermelijnen, bruine ratten, 5 muizensoorten, konijnen, hazen, kleine amfibieën als kikkers (bruine kikker en heikikker), rugstreeppadden en watersalamanders. Vlinders op Texel: o.a. de atalanta, distelvlinder, Sint-jacobsvlinder, duinparelmoervlinder en, sinds 1995, het groentje. Duizenden insectensoorten zijn op het eiland waargenomen.

Cultuur

Folklore
Texel heeft diverse folkloristische gebruiken. Op 12 december wordt Ouwe Sunderklaas gevierd. Dit is een restant van het Sinterklaasfeest zoals dat werd gevierd voordat het in de 19e eeuw werd verburgerlijkt. In alle dorpen wordt er 'gespeuld'. Speulen wil zeggen dat een bepaald plaatselijk nieuwsfeit van het afgelopen jaar wordt nagespeeld en in een bepaald daglicht gesteld. Dat speulen gebeurt gemaskerd, zodat de speulers niet te herkennen zijn. De hele nacht wordt er verder gefeest waarbij er veel drank vloeit. Voorheen werd er ook een dergelijk feest gevierd op 5 december, ofwel Nieuwe Sunderklaas; dit is thans zo goed als verdwenen ten gunste van de pakjesavond van het vasteland. Verwante feesten vindt men nog wel op de andere Waddeneilanden.

Op de zaterdag vóór Pinksteren wordt op Texel net als elders in Noord-Holland het Luilak-feest gevierd. Bij dit feest is het de bedoeling dat de jongen de ouden wekken. Vanaf 'n uur of vier in de morgen trekt de jeugd de straten op en begint daar kabaal te maken. Belletjelellen, met zeep de ramen bekladden en door de brievenbus schreeuwen zijn manieren om de ouden uit bed te krijgen. Hoewel het feest door vandalisme een slechte naam heeft gekregen, is het in oorsprong een vredelievend, Germaans feest dat tot doel had het begin van de lente te vieren. Volgens sommigen heeft het kabaalmaken ooit de bedoeling gehad boze geesten te verdrijven, maar zeker is dit niet. Het is waarschijnlijker dat het kabaal altijd al gediend heeft als wekmiddel: de jongen wekken de ouden om hen de ontluikende natuur, de schoonheid van de lente, te tonen. Erg vredig dus allemaal... Het hoeft geen betoog dat het feest voor de Texelse jeugd een veel prozaïscher karakter heeft.

Op 30 april wordt de meierblis aangestoken. Dat zijn grote vuren van afval- en snoeihout. Deze vuren worden aan het begin van de avond aangestoken. Sommigen poffen in dit vuur hun aardappels. Ook raakt het gebruik meer in zwang om de gezichten zwart te maken met het as. Volgens folkloristische deskundigen is de meierblis een restant van een Germaans gebruik om met vuren de geesten van de winter te verdrijven. In 2003 waren er ongeveer 110 meierblissen op Texel.

Op 11 november wordt Sint Maarten gevierd. Hierbij gaan kinderen met een lampion in de hand langs de huizen. Er wordt aangebeld en een lied gezongen, waarbij de bewoner de kinderen beloont met snoep, fruit of kleingeld.

Verder zijn er ook de vertellingen van Sommeltjes die bij De Waal zouden wonen, in de Sommeltjesberg. Deze vriendelijke lieden zouden 's nachts het zilverwerk van de Texelaars komen oppoetsen. Het geloof in Sommeltjes kwam ook voor op Wieringen, daar echter heten de aardmannetjes Sammelkes.

Naast Sommeltjes waren ook andere bovennatuurlijke wezens aanwezig op het eiland, althans volgens de verhalen. Kinderen werden vaak bang gemaakt met verhalen over de tientóóners. Deze tientóóners bleken achteraf helemaal niet zo griezelig te zijn: het ging hier om gewone mensen, tienteners. Wel echt eng was Heintje Vaar, een wezen dat zich in sloten en poelen ophield en kinderen die te dicht aan het water kwamen bij de enkels greep en onder water trok. Deze Heintje Vaar was een typische boeman en verhalen over hem zijn, in verschillende vormen, algemeen en dus niet specifiek Tessels.

Dialect
Een deel van de Texelaars spreekt een eigen dialect. Dit dialect, het Tessels, wordt vooral in de 'buitendorpen' gesproken en nauwelijks nog in Den Burg en De Koog. Het Tessels lijkt sterk op het Wierings, het dialect van het voormalige eiland Wieringen, en beide zijn deze dialecten varianten van het West-Fries (zie ook Eiland-West-Fries). Zelfs met Zeeuws en West-Vlaams zijn er opvallende gelijkenissen op te merken. Het Tessels is dan ook een typisch kustdialect, dat als Ingvaeoons beschouwd kan worden.

Het dialect is conservatief: de Nederlandse ij en ui klinken nog als ie en uu, zoals dat in het Middelnederlands het geval was. Zo wonen (weune) Tesselaars in een huus en wordt dat huus tegen de zee beschermd door een diek. Andere kenmerken van het Tessels zijn weglating van ge- bij voltooide deelwoorden (dat hei'k deen - dat heb ik gedaan) en het uitspreken van sk- op plekken waar het Nederlands sch heeft staan (skéép = schaap).

Verder bijzonder is dat het Tessels twee ee-klanken onderscheidt, een gespannen ee (als in AN beer) en een ongespannen ee (als in AN beek etc.). Het onderscheid tussen deze klanken is historisch. Ook bij de oo bestaat zo'n onderscheid, maar dit onderscheid is historische niet meer zuiver: in het Tessels heeft de gespannen oo de overhand gekregen op de ongespannen oo.

De grammatica van het Tessels heeft veel gemeen met die van het Fries. Volgens sommigen zou het Tessels dan ook van Oudfries zijn afgeleid. Vaak wordt het dialect als een overgangsdialect tussen Fries en Hollands beschouwd. Typisch Fries zijn constructies van het type hee het staan bleve, waarbij bleve een voltooid deelwoord is, en niet, zoals in het Nederlands, een infinitief (hij is blijven staan).

Of het Tessels in de toekomst behouden zal blijven is onzeker. Het Tessels begint steeds meer van haar eigenaardigheden te verliezen. Het lijkt erop dat het dialect zich zal aansluiten bij de algemene omgangstaal van Noord-Holland. Het dialect wordt dan vervangen door regiolect.

Texelse schapenkaas
In de 16e eeuw en in de 17e eeuw was de Texelse schapenkaas door z'n bijzondere smaak al (wereld)bekend. Naast de normale witte kaas, werd er namelijk ook een bijzondere groene kaas gemaakt. Deze kaas was groen gekleurd door een procedé waarbij schapenkeutels in een neteldoek werden gekookt, om vervolgens het groene sap daarvan in de melk te laten lopen. Hier werd dan de kaas van gemaakt, die door het mestsap een pittige smaak kreeg en bovendien beter houdbaar was. Dit bijzondere ingrediënt in combinatie met het Texelse gras waar de schapen op grazen én de ambachtelijke bereiding, maakte het tot een bijzondere kaas. Om redenen van hygiëne werd de kaas in de jaren dertig door de Nederlandse Keuringsdienst van Waren verboden.

Economie

Activiteiten
De Tesselaar is een Texels schapenras. Er worden aardappelen, suikerbieten, granen verbouwd en bloembollen geteeld. Toerisme is een belangrijke bron van inkomsten op Texel.

Op het eiland is sinds begin vorige eeuw ook het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek (NIOZ) gevestigd.

Scheepvaart
In de tijd van de VOC (17e en 18e eeuw) vertrokken de schepen uit Amsterdam, Enkhuizen en Hoorn vanaf de rede van Texel naar de Oriënt. Dit bracht veel werkgelegenheid op het eiland. Zo waren er bijvoorbeeld veel loodsen nodig om de schepen veilig door het Moddergat langs de zuidpunt te leiden. De rol van werkverschaffer werd later overgenomen door de walvisvaart. Ook de visvangst was een belangrijke bron van inkomsten. De haven van Oudeschild was het centrum van al deze activiteiten. Tegenwoordig herbergt Oudeschild een vloot van ongeveer 30 noordzeekotters en enkele kleinere kotters voor de garnalenvisserij op de Waddenzee. Daarnaast heeft het plaatsje een moderne jachthaven.

Verkeer en vervoer

Veerdiensten
Vanuit Den Helder wordt een geregelde veerdienst met het eiland onderhouden door de Koninklijke N.V. Texels Eigen Stoomboot Onderneming (TESO) waarvan de aandelen merendeels in handen zijn van de eilandbewoners.

In de zomerperiode (tussen eind april en eind september) is er nog tweede veerdienst van en naar Texel, namelijk tussen Texel (De Cocksdorp) en Vlieland. Deze dienst is enkel voor voetgangers en fietsers. De uitbater is de rederij De Vriendschap. Met de boot die deze veerdienst verzorgt, kunnen in deze periode ook robbentochten worden gevaren. Je vaart dan langs zandbanken nabij Vlieland, waarop allemaal zeehonden te zien zijn. Een leuke manier om de zeehonden die veel voorkomen in het waddengebied, in het echt te zien.

Luchtvaart
Texel heeft een eigen luchthaven, Texel International Airport. Dit betekent dat er rechtstreekse vluchten van en naar het buitenland kunnen plaatsvinden. Er zijn echter geen (geregelde) lijndiensten. In het verleden voerde de KLM wel lijnvluchten uit tussen Texel en Schiphol. Tegenwoordig wordt het vliegveld vooral gebruikt door de recreatieve luchtvaart waaronder ook parachutespringen en rondvluchten, maar ook door de zakenluchtvaart. Daarnaast wordt het vliegveld gebruikt voor les-, politie-, kustwacht- en inspectievluchten. Bij die laatste worden er onder andere bruinvissen, zeehonden, vogels en eenden geteld vanuit de lucht.

Openbaar vervoer op het eiland
Vanaf de jaren 40 van de 20ste eeuw rijden er, in aansluiting op de veerdiensten, lijnbussen op het eiland. De bussen werden in eerste instantie gereden door de TESO. Vanaf de jaren 60 was het niet meer mogelijk om het busvervoer zonder aanvullende overheidssubsidies uit te voeren. Hiervoor was het nodig dat het busvervoer werd afgesplitst van de veerboot, met als gevolg dat vanaf 1971 het busvervoer werd gereden door de Autobusonderneming Texel (AOT). In 1989 werd deze busmaatschappij overgenomen door de NZH. Dit bedrijf is inmiddels opgegaan in Connexxion, dat tot op heden de busdiensten op het eiland uitvoert. In december 2014 is een deel van het openbaar vervoer overgenomen door Texelhopper. Buiten de vaste lijndiensten vervoeren kleinere busjes (op reservering) reizigers op het eiland van A naar B

Informatie
BurgemeesterDhr. Michiel Uitdehaag
AdresEmmalaan 15, 1791AT DEN BURG
Postbus200, 1790AE DEN BURG
Telefoon0222-362121
E-mailgemeente@texel.nl
Websitewww.texel.nl
Inwoners13500
Oppervlakte170 km2
Gemeenten
A  B  C  D  E  F  G  H  I  J  K  L  M  N  O  P  Q  R  S  T  U  V  W  X  Y  Z
 
© 2024 Bedrijvenwegwijzer.nl    Alle rechten voorbehouden.